Deel het bericht “raapzaad 23: Jan Hendrik Elzinga, Martinizicht, Zuidwolde”
Begin november was ik weer bij Jan Hendrik Elzinga maar nu voor een gesprek over de boerderij en het weidevogelbeheer waar hij al dertig jaar mee bezig is. In april hadden we in een klein groepje de boerderij bezocht om te luisteren naar de grutto’s, tureluurs, scholeksters….. Jan Hendrik had afgelopen jaar zo’n honderd gruttonesten en dat is minder als voorgaande jaren. Maar gelukkig waren de aantallen bij het Gronings Landschap, aan de andere kant van de Wolddijk en bij collega Matthijs Veenland bij Onderdendam wel goed. In het gesprek benadrukt hij hoe belangrijk het is dat er robuuste oppervlaktes geschikt zijn voor weidevogels. Lukt het bij de ene boer niet dan zijn vaak de kansen bij een ander hoger.
Martinizicht is met 200 koeien, 80 schapen en 200 hectare grond voor biologische begrippen een grote boerderij. Jan Hendrik Elzinga runt het samen met zijn vrouw en zoon Klaas.
Elzinga is opgegroeid op een kleine boerderij in Drachtstercompagnie. In 1999 werd Martinizicht gekocht, wat toen alleen de naam van een schuur was. En in 2001 was het biologisch certificaat binnen. Oog en zorg voor de weidevogels van jongs af aan meegekregen. Ook al zijn de vergoedingen meestal te laag voor de gemaakte kosten.
Een van de geheimen van goed weidevogelbeheer is het zogenaamd mozaïek-beheer: het op het goede moment combineren van lang gras, kort gras, beweiding, kuikenvluchtstroken en natte gedeeltes. Hij praat graag over dit fijn afstellen van zijn weilanden op de broed- en zorgfase van de vogels.
De Elzinga’s doen er alles voor, het land ligt er prachtig bij, het waterpeil is hoog… Toch maakt Jan Hendrik zich zorgen om het groeiend aantal rovers, met name de steenmarter, maar ook vossen, kraaien etc. die de eieren eten. Er is domweg geen balans; voor de weidevogels is het vijf-voor-twaalf.