Raapzaad 5 en stadsimker Bart van Egteren

Gepubliceerd

in

door


De Groningse stadsimker Bart van Egteren vertelt over zijn ontdekking van bijen, als tienjarige, in de polder. Over de bedreigingen voor bijen en andere insecten, over de onwetendheid van stadjers t.a.v. insecten, over de lekkerste honing, uit Duitsland, en de duurste honing uit Australië, over zijn voorkeur voor mooie potjes en etiketten, en over De Geur van Hoger Honing en zijn brede muzikale smaak, van Beste Zangers tot Punk.

 ‘Neonicotinoiden’, Bart van Egteren, stadsimker van Groningen, detoneert het woord alsof het een bom is. En in zekere zin klopt dat. Neonicotinoiden is de verzamelnaam van een aantal insectendodende middelen die verwant zijn aan nicotine. Ze beschermen gewassen tegen de vraatzucht van plaaginsecten (bladluis, witte vlieg), maar ook bijen en andere insecten worden er aan blootgesteld via resten van het gif in de nectar, het stuifmeel en de honingdauw.

Bart belde mij na het interview met hem. Daarin ging het over de varoamijt die al veertig jaar lang hele bijenvolken uitmoordt en niet gemakkelijk te bestrijden is. Insecten hebben het niet alleen moeilijk door deze parasiet, maar ook door landbouwgif, zei hij.  Waarschijnlijk doden de lage concentraties bestrijdingsmiddelen insecten niet, maar worden ze verzwakt waardoor ze kwetsbaar zijn bij stress: bij parasieten (varoa), virussen, weinig nectar (droogte), weinig drachtbloemen (door verstedelijking bv.). Een oud-medewerker van Bayer, de grote producent van bestrijdingsmiddelen, had de imkers gewaarschuwd over het gebruik van neonicotinoiden, vertelde Bart.*

Bart heeft een verklaring van de gemeente Groningen dat de groenbeheerders in de stad geen bestrijdingsmiddelen gebruiken. Met een actieradius van pak-hem-beet 4 kilometer blijven de meeste bijen foerageren in de stad. Daarmee komt de stap naar gecertificeerde biologische honing voor Bart dichterbij. Nieuwe kasten, zonder verlijmd hout en met de juiste verf, staan klaar voor de volgende stap. In Nederland zijn maar drie imkers met een EKO-keurmerk.

Ondanks de varoa en landbouwgif gaat het niet slecht met honingbijen; er zijn in Nederland ruim 8.000 imkers die ± 80.000 bijenvolken hebben. Dan heb je het over zo’n 3 miljard bijen in het hoogseizoen. Het zijn de wilde bijen en hommels waar ecologen zich zorgen over maken.  50% staan op de rode lijst.

Naast het werken met zo’n 60 bijenvolken, Varoa Valente, geeft Bart les aan kinderen. Hij had zelf als tienjarige voor het eerst een zwerm bijen gezien, en was daardoor zo onder de indruk dat zijn fascinatie levenslang is gebleven. Het is pure winst als kinderen geen angst hebben of ontwikkelen voor insecten maar nieuwsgierig zijn en kennismaken met dieren die zo anders en onbegrijpelijk zijn dan ‘gewone’ huisdieren. 

Ik sprak Bart in het LeRoyhuis in Lewenborg, een houten onderkomen aan één van de vijvers dat in het LeRoygebied ligt; een groen stadslandschap van zes hectare. In de tuin staan de bijenkasten van zeven imkers. Iedere zaterdag is er een klusdag voor de imkers en de LeRoy-stichting organiseert ook open dagen: Ga daar een keer naar toe!

O, ja: de lekkerste honing is de heidehoning van Lüneburger heide bij Hamburg.

*Het Planbureau voor de Leefomgeving van de Rijksoverheid meldt dat er in 2020 5 miljoen kilo gewasbeschermingsmiddelen werden gebruikt in de Nederlandse landbouw. Het gebruik daalde de laatste acht jaar met iets meer dan 1% per jaar. Maar dat loopt bijna parallel aan de afname aan landbouwgrond. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen is 7 kg werkzame stof per hectare. Er is een heel lichte daling.