Deel het bericht “excursie Nieuw Udengast, Bellingwolde”
“Ik wil niet wachten“, zegt Gert Noordhoff.
Het is een terloopse opmerking als we naar de jonge pompoenplanten staan te kijken. Het is het eerste van twee pompoenpercelen in Nederland die met een robot geplant zijn. Het is een blauwgrijze pompoen, de “Leckør”, die pas dit jaar onder naam geregistreerd staat. Vorig jaar mochten Henk van der Molen en ik een proefexemplaar meenemen.
De pompoenen groeien op een lange smalle strook van ongeveer driehonderd bij twintig meter. In totaal teelt Gert, samen met zijn vader, twaalf verschillende gewassen op 35 hectare klei. Drie à vier keer zoveel gewassen als gangbaar. Zowel oude rassen als emmer, Westerwoldse witte bonen, als witte en rode kool, baktarwe en aardappels. Afgewisseld met rode klaver en luzerne voor stikstofbinding en een veld met wintervoer voor vogels. Alle gewassen staan op stroken die uitdrukking is van een nieuwe teelttechniek. In goede combinaties kunnen planten van elkaar profiteren, in de strijd tegen coloradokever, koolwitje, luis enzovoort. De vele zweefvliegen die op de klaver afkomen helpen ook om de druk van plaaginsecten laag te houden. Als op een veld een bepaalde rups toeslaat is er meer tijd om de andere gewassen te beschermen. Die paar koolwitjes, die dronken over de jonge kool dwarrelen, baren geen zorgen.
Maar voor duiven en kauwtjes die jonge aanplant uit de grond trekken op zoek naar eten heeft Gert geen oplossing.
We zijn, met negen man, begin juli, bij Gert en zijn vader op bezoek, op akkerbouwbedrijf Nieuw Udengast. De grote windmolens bij Bellingwolde staan stil, en ondanks de lichte bewolking is het warm. Gert heeft een verwassen T shirt aan met de beeltenis van de Grauwe kiekendief en een verrekijker in de hand. Maar de roofvogel, vijfhonderd meter verderop, identificeert hij moeiteloos, zonder kijker, als een Bruine kiekendief.
De Grauwe kiekendief toont hij niet voor niets: er broeden maar veertig paren in Nederland, vooral in de provincie Groningen. Gert werkt samen de werkgroep die de Grauwe kiekendief in de gaten houdt en probeert te beschermen. De dijk bijvoorbeeld langs de Westerwoldse Aa, die de westelijke rand van zijn akkers markeert, kan ecologisch beheerd worden zodat het voor kruiden, insecten en vogels een leefgebied wordt dat ze nu door eenzijdig grasbeheer vermijden.
We lopen over de kleigrond; hier stroomde ooit de Dollard. Dit is een deel van Groningen dat de Graanrepubliek werd genoemd: zeer vruchtbaar met grote opbrengsten. De sociale geschiedenis van dit gebied is heftig: er waren grote standsverschillen; de boerenarbeider en herenboer hadden elkaar nodig, maar de positie van de arbeider veranderde alleen door strijdbare communistische en socialistische partijen. Dat resulteerde in 1982 in de eerste Nederlandse communistische burgermeester, Hanneke Jagersma, in Beerta, een paar kilometer van Bellingwolde. Nog altijd is het linkse smaldeel groot in de gemeente Westerwold (40%), maar de PVV is de grootste politieke partij.
De Graanrepubliek is nu een geuzennaam die gebruikt wordt voor samenwerking van een groep ondernemers, waaronder Gert Noordhoff, om lokale producten en smaken te promoten. De bruine emmer bijvoorbeeld, een oud tarweras, gaat naar bakker Wiebrand in Bad Nieuweschans, de Groningse brouwer Bax en distilleerder Hooghoudt.
Ook Gert is herenboer, maar in de nieuwe vorm: op een hectare groot perceel tussen Winschoten en Blauwestad, aan de voet van de magnifieke Pieter Smitbrug, wordt vanaf volgend jaar geteeld voor en in opdracht van burgers/consumenten in de buurt.
Terwijl we bij alle teelten stilstaan, en een veldleeuwerik boven ons hoofd de eerste viool speelt*, en de vader van Gert samen met de zaterdaghulp tweehonderd meter verderop in de warmte onkruid staan te wieden, en Gert een tipje van de sluier oplicht over alle details die aandacht verdienen, en hij dat doet met die typische, rationele Groningse nuchterheid en met ongelooflijke daadkracht, besef ik dat dit een bedrijf van de toekomst is. Innovatief, biologisch en waar sociale en ecologische belangen onderdeel zijn van de manier van werken.
Gert gebruikt zijn kennis, de traditie van vorige generaties en zijn betrokkenheid bij de natuur en de buurt om voorop te lopen. Hij wacht niet.
* De aantallen Veldleeuweriken zijn in vijftig jaar met 90% teruggelopen. De soort staat op de rode lijst.