Mevrouw Bos en het recept voor de eeuwigheid

Gepubliceerd

in

door


‘Hoe gaat het met u?’

Mevrouw Bos kijkt me met priemende, waterige ogen aan.

‘Och, ik heb het zo druk.’

De voordeur staat los. Ik kom de wekelijkse boodschappen brengen. Mevrouw Bos zit op haar gebruikelijke plaats op de stoel in de keuken naast het fornuis aan het eind van de gang. Ze heeft een dik, gebreid, wollen vest aan en een mutsje met oorwarmers en kwastjes op. Ze is 79 jaar, zag ik toen ze een kopie van haar paspoort liet zien. En ze heet niet Bos, maar Bossinade. In de voorkamer hangt een zwart-wit foto van een man. Ernaast staat: accountant Bossinade.

‘Kijk’, zegt ze. ‘ik heb de voordeur geverfd. Met een pot verf die ik nog had van de Hema, hele goede verf.’ De voordeur glanst donkerbruin. En de drempel ook. Ik moet mijn krat met boodschappen niet tegen de pas geverfde deur stoten.

Enkele weken geleden stond ze in haar voortuin boven haar macht een tak van een Lariks af te zagen. Die zat in de weg. Het boompje is drie meter hoog en de tak zwaaide soepel mee met de zaagbeweging.

‘Even wachten’, zei ze tegen mij toen ik aan kwam fietsen, ‘ik ben zo klaar.’ Ze deed weer twee pogingen, haalde amechtig adem en zette door.

‘Zal ik het even doen?’ ‘Nee, nee, het is zo klaar.’ Maar ik zag haar eerder neervallen dan de tak van de Lariks. Dus ik drong aan en mocht tenslotte de finishing touch doen. Mevrouw Bos stond tegen haar huisje geleund en bezwoer me dat ze in vijf minuten weer op orde was.

Mevrouw Bos, want zo ken ik haar al een jaar of vijftien, heeft een vast lijstje met boodschappen. Zes tot acht anderhalve literflessen bronwater – eerst Spa Reine, maar toen die flessen blauw werden, vertrouwde ze het niet meer, dus nu Evian -, vijf potten kwark, tien pakjes soep, anderhalve kilo broccoli, een kilo prei, vijf potten doperwten, vijf potten rode kool, een kilo roggevlokken, acht rollen toiletpapier, die ze ook als vaatdoeken gebruikt. Sinds kort heeft ze uit een boek de wonderkracht van appelazijn ontdekt en is die toegevoegd aan de lijst.

Ze begint de dag met kwark, maar wat haar op de been houdt is de ‘Bossoep’: de basis is de pakjes soep, waaraan ze potten doperwten of rode kool aan toevoegt en broccoli – in de winter ook wel spruiten -, prei en tenslotte bindt ze de soep met roggevlokken. Een maand geleden vertelde ze me terloops dat de soep af is door er ook nog twee builtjes brandnetelthee in te doen.

Ik ben wel wat gewend door de macrobioten, veganisten en andere puristen in  mijn winkel, maar dit slaat alles. Ik vermoed dat mevrouw Bos niet beseft dat ze het recept voor eeuwige gezondheid in handen heeft en dat ze de natuurlijke opvolger is van Montignac, Moerman, Atkins, Klazien en andere mindere goden.

Sinds kort heeft iemand haar overtuigd, misschien haar neef van zestig, dat ze me niet contant moet betalen, maar via een acceptgiro. Ik was altijd verbaasd door de hoeveelheid geld die ze in haar portemonnee heeft, en hoopte stiekem dat ze mij in haar testament zou opnemen.

Als ik kom, en de boodschappen in de gang zet, hangt daar een papiertje met in grote cijfers haar banknummer en liggen er enveloppen van de ABN-Amrobank. Naast de enveloppen ligt een tube lijm om een envelop goed dicht te plakken. Ze heeft vijf tubes gekocht want dat is goedkoper. Ze neemt de acceptgiro mee de kamer in, bezweert me geen haast te hebben en laat me zien hoe je zo’n kaart moet invullen. Een streep onder de bankrekening, haar naam in blokletters boven de handtekening, het souche voor haarzelf. Tenslotte zoekt ze de tube lijm. Hé, die moet hier toch ergens liggen, ja, even wachten hoor, want er zijn zoveel mensen die er misbruik van willen maken …

Ik zeg dat dichtplakken van de rand met wat spuug voldoende is, maar nee, ze heeft de tube gevonden, doet de dop eraf en met trillende handen smeert ze onder en boven, ongeveer op de rand van de enveloppe een royale laag lijm. Tegen zoveel kundigheid kan ik niet op. Met moeite weet ik de lijm nog met een vinger wat te verdelen, want het ziet ernaar uit dat deze acceptgiro nooit de enveloppe uitkomt. Ze trekt de envelop uit mijn handen en drukt hem goed dicht. Zo, nu is hij klaar.

Ik pak mijn lege krat, neem de nieuwe bestelling voor volgende week in ontvangst, lees het even door, neem afscheid van haar en fiets terug. Moge ze honderd jaar worden.