Maatschap Noordrhoff, Bellingwolde,

Gepubliceerd

in

door


We zijn nog maar honderd meter van de boerderij of Gert Noordhoff, een lange en slanke man met donker haar, staat stil en wijst naar een blauwe kiekendief die laag over het veld jaagt. Even later ziet hij drie buizerds en een torenvalk. Henk van der Molen en ik komen snel tot de conclusie dat we Gert weinig hoeven te vertellen over het belang van natuurinclusieve landbouw. Gert heeft met zijn vader en broer een akkerbouwbedrijf op 35 hectare vruchtbare klei tussen Bellingwolde en Vlagtwedde, in zuidoost Groningen.

We zijn er op een maandagochtend, het is windstil en overal hangen nevels over de uitgestrekte landerijen.  De pootaardappels zijn van het land, evenals het emmerkoren dat naar bakker Wiebrand gaat. De veldbonen en zomertarwe hadden het moeilijk met de kou in het voorjaar en de warmte en droogte in de nazomer. En zijn alleen nog geschikt als veevoer. Naast de boerderij, de Louise-hoeve, is een winterveld aangelegd voor zaadetende vogels vol rijpende zonnebloemen. De Grauwe gors staat op de waarnemingslijst.

Er staan nog wel stroken witte, rode kool en pompoen, van een ras dat nog geen naam heeft, op het land. Het telen van verschillende gewassen in smalle stroken van zeg vier meter breed, lijkt een beloftevolle manier te zijn om plaaginsecten en schimmels onder de duim te houden. En aangezien de Noordhoffs stukje bij beetje omschakelen naar biologische teelt, en doodspuiten geen oplossing meer is, worden andere vormen van landbouw uitgeprobeerd. Ze zijn niet de enigen. De strokenteelt wint aan populariteit.

De ruimtelijke beleving is op deze Westerwoldse akkers buitenaards. Het contrast met de ‘Bloemenzee’-percelen van Jelwin en Imkje Kuipers in het Westerkwartier kan niet groter zijn. De horizon wijkt  naar alle kanten en komt daar in de verte, uit de mist, niet een boerenknecht op een paard aan? En toch geeft het landschap geborgenheid. Misschien is het de ouderdom van de omgeving, het gebied is al in de 15e eeuw ingepolderd. Maar ook de roofvogels, de veldleeuweriken die hier volop voorkomen, het dijkje langs de Westerwoldse A aan de rand van de percelen geven het landschap het karakter van een leunstoel waar je graag in zit.

Die lange dijk zou Gert anders beheerd willen zien. In plaats één keer in het jaar alles maaien, het gefaseerd, in tijd en ruimte, beheren. Wellicht kan er meidoorn op geplant worden. Maar dit vereist samenwerking met de pachters van de dijk. Misschien kunnen we als natuurfonds een steentje bijdragen aan dit milieuvriendelijker dijkbeheer.

Opnieuw nodigt Gert ons uit om volgend voorjaar op excursie met klanten langs te komen en tegelijk even door te reizen naar de Graanrepubliek, een samenwerking van boeren met een bakker, brouwer, pastamaker, distilleerder in een oud historisch pand in Bad Nieuweschans . De ambitie: nieuwe smaken ontwikkelen met oud-Gronigse granen op een duurzame manier. In de tussentijd gaan De Nieuwe Weg, net als vorig jaar, begin november een partij witte en rode kolen inkopen van Gert en de nieuwe pompoen-zonder-naam introduceren.