Klantenontbinding

Gepubliceerd

in

door


Toen ik winkelier was, lukte het me soms om een klant kwijt te raken.

Meneer van Anker bijvoorbeeld; hij is zo ontzettend ijdel dat hij anderen voortdurend gebruikt voor bevestiging van zijn eigen voortreffelijke inzichten.

‘Heb jij, zei hij, dat nieuwe, zeer goeie product van Lima al?’ Hij loopt door de winkel op zoek naar gaten in mijn assortiment. Hij kleedt zich buitengewoon netjes, een sjaal om, lichte broek. Een Groningse dandy, als dat niet iets is wat zichzelf teveel tegenspreekt.

Zijn vrouw en twee opgroeiende jongens komen binnen. Ook zij zijn op hun zondags gekleed, maar missen de noodzaak ervoor; ze sjokken op enige afstand achter pa en manlief aan. Dat deert meneer van Anker niet in het minst. Hij staat in het centrum van zijn eigen licht.

Op een dag vraagt hij of ik ‘pacha vanille’ voor hem wil bestellen, een ander voortreffelijk product. Ik besteed er niet veel aandacht aan en toen hij een week later terugkwam en vroeg waar de pacha was, zei ik dat die nog niet binnen was gekomen. ‘Dus ik sta hier voor paal’, zei meneer van Anker hardop. Een paar weken later had ik het in huis, maar hij is niet weer geweest. De spiegel was gebroken.

Ernstiger is de manier waarop Marieke voor het eerst in de winkel komt en nooit een tweede keer. Zij is de jonge vriendin van Jaap Landman. Ik kijk met enige jaloezie naar hem. Jaap is midden in de vijftig, zijn vriendin schat ik half zo oud.

Het eerste wat zij opmerkt, is dat de winkel slecht herkenbaar is. Het was midden in de jubileumexpositiemaand en er hangt een zes meter grote Rups boven mijn winkel. Heb je die dan niet gezien? vraag ik. Nee, daar hadd ze niet op gelet.

Jaap is één van de meest groene burgers van de stad Groningen. Niet alleen vegetariër, maar veganist, teler van eigen groente en zijn huis levert, met alle terugkoppelingen en zonnepanelen, meer energie op dan het verbruikt. Groen Links tot in zijn nieren en aimabel.

Zijn vriendin Marieke is van het onbekookte soort. Toen ze naast de tartex (= paté op basis van groentes) echte boerenpaté uit Frankrijk ontdekte, vertrok haar gezicht in een afkeurende grimas richting Jaap.

Ik zeg: ‘Hou je niet van paté?”

‘ Dat is van dieren. Vind jij dat je meer bent dan een dier?’

” Daar gaat het niet om.’

‘Daar gaat het wel om. Wie ben jij om je hoger in te schatten?’

Veel verder kwam ons gesprek niet. Ze had haar mening gevormd. Niet alleen over de bio-industrie, maar over goede en slechte mensen. En over goede en slechte winkels. Bovendien had ze Jaap.

Noot: de namen van de klanten zijn om privacy-redenen veranderd.