Jacobs ladder naar de groene hemel.

Gepubliceerd

in

door


  1e Groot Dictee der Groene Taal, 20 februari 2013 door Tjitte de Vries

Jacobs ladder naar de groene hemel leidt, onder andere, langs frivole, vijfjaarlijkse jubileumpartijtjes, proeverijen met smakelijke ecoamuses, cliëntrecepten met quasi culinaire quatsch als bravehendrikpuree en broodjes gegrilde Crème de Brie met cranberry’s. Een kopje Italiaanse espresso en A-klasse bonbons van Madame Jeannette, bloeddrukverlagend door talloze antioxidanten, zorgen voor een zinnenprikkelend slotakkoord.

Op zijn klantenavonden slaat hij graag nieuwe wegen in. Zo verraste hij zijn gasten met eiwitrijke insectenhapjes op boekweitblini’s, die, na het nuttigen van gefrituurde bidsprinkhanen, gedipt in zeventigprocentpure chocosaus, als kameleons hun teint van grauwwit tot napelsblauw zagen verschieten. En alhoewel de mousse van wandelende takken in Noordzee-egelgelei stand-by in de koelkast bleef, werden de nood-wc’s op het trottoir door een gehaaste clientèle tot vervelends toe bezocht.

Zo vierde u allen mee met de manifestatie Nieuwe Wegen. Wat zou De Nieuwe Weg (de winkel, niet de straat) de volgende keer in petto hebben? Olieverven van De Ploeg in Nieuwewegetalages? Saté met nasi van Tong Ah, de chinees op de hoek? Koffie met een jubileumjoint van bioweed ? Een kunstproject met noordelijke dadakunstenaars en klarelijnschilders in de nieuwe winkel, voorheen Edzes’ boekenzaak en brievenbusfirma?

Jacob droomde voort in zijn zestienkwadraatszeilboot Lytse Griene, dobberend op het Sneekermeer. Om Matthijs Röling naar Stad te halen, moet hij nog heel wat extra   teffmeelflensjes met kastanjepuree en quinoa-aardbeiensoezen omzetten in netto winst. Enfin, eerst een biertje in café Ambrosius. Zo’n geuzelambiek leek hem wel wat, of toch maar een laaggistend weizenbier? Vanavond tien over rood spelen. A ls de acquit maar goed gaat. Ja, een lekkere slok en een goede stoot geven het leven sjeu. En als alles mis gaat, is er altijd de troost uit het chanson van onze Grunniger bard, Ede Staal: “ ’t Het nog nooit, nog nooit zo donker west, of het wer altied wel weer licht.”