Deel het bericht “Horaholm, Hornhuizen”
Toen Bill Clinton in 1992 de verkiezingen won van Bush senior was de succesvolle slogan: “It’s the economy, stupid!”. Erwin Westers, biologisch-dynamische boer in Hornhuizen, heeft de spreuk iets aangepast: “Het gaat om de bodem, domoor!”, maar is er net zo vasthoudend in. Aan het einde van ons gesprek legt Erwin een cherrytomaatje op een kleine spectrometer om te demonstreren hoe je aan de hand van de breking van het licht de gehaltes aan mineralen en vitamines kunt aantonen, als maat voor hoe gezond een product is. Een demo-model.
Het Nieuwe Weg Natuurfonds is op bezoek bij weer een eigenzinnige boer.
De afspraak met Erwin moest twee keer verzet worden: de laatste oogstwerkzaamheden gaan voor, maar in de wintermaanden zijn het weer en de kalender minder dwingend. We rijden woensdag 1 december naar Horaholm – ‘een stuk hoger gelegen grond op een hoek’ –, de naam die ruim honderd jaar geleden aan de boerderij is gegeven. Het is windkracht zeven en de wind giert door de bomen. De waddendijk is een paar honderd meter verderop. Het erf is groot met twee schuren. De prachtig vormgegeven nieuwe schuur telt aan de lange kant 800 zonnepanelen, schat ik. Hierin is ook het woonhuis van de ouders van Erwin ondergebracht. We ontmoeten pa Westers bij de bezichtiging van de schuur. Hij was, volgens Erwin, degene die in 2006 de knop omzette en biologisch ging werken. Hij kon het aan zijn kinderen niet verantwoorden waarom de bespoten wortels en aardappels niet direct gegeten konden worden.
Met 90 hectare akkerbouwgrond is Horaholm geen klein bedrijf. Er wordt pootaardappelen, winterpeen en zaad geproduceerd. Maar uniek is dat het bedrijf (nagenoeg) geen dierlijke mest gebruikt voor de aanvoer van mineralen en organische stof.
Erwin, een lange man gekleed in een olijfkleurige trui en bleke spijkerbroek en met een licht baardje, vertelt dat hij op zoek ging naar alternatieven voor dierlijke mest toen bleek dat er in de verre omgeving van Hornhuizen niet voldoende biologische mest aanwezig was. En de dure (geiten)mest van de Veluwe nogal wat zaden bevatte van kruiden die een boer niet graag op zijn land ziet, zoals zuring.
Nou is het gebruik van planten die stikstof in de grond kunnen brengen, de zogenaamde groenbemesters, gangbare praktijk bij boeren. De Westers hebben het in samenspraak met Duitse collega’s het systeem opgerekt: ze zijn in staat om niet alleen in de winter en het vroege voorjaar de groenbemesters in te zetten maar ook in het zomerseizoen als de productiegewassen groeien. In combinatie met heel lichte grondbewerking (er wordt niet meer geploegd) en gefermenteerde kruidenoplossingen wordt er alles aan gedaan op de vruchtbaarheid van de grond te verbeteren. Waar de gangbare (intensieve) landbouw de bodem als een natuurkundig-chemisch substraat in een vat ziet waar je voedingstoffen in stopt en gewassen oogst, is de queeste van Erwin om de bodemecologie van bacteriën, schimmels, wormen te versterken en te gebruiken. Hij is er van overtuigd dat zelfs de tekorten die hij nu soms heeft, bijvoorbeeld aan koper en magnesium, op den duur door de grond zelf gegenereerd kunnen worden.
Erwin geeft ons een college van ruim een uur waarbij hij zich niet graag laat onderbreken, want deze visie op dit landbouwsysteem is belangrijk. In Nederland zijn maar een paar boeren die zo proberen om de grond te optimaliseren. In Duitsland wordt ongeveer 40.000 hectare zo bewerkt.
En ja, tenslotte gaat het ook om de gezondheid van producten. Zou het kunnen zijn dat de regeneratieve landbouwmethode op Horaholm ook gezondere producten oplevert? Over deze relatie moet nog veel onderzoek worden gedaan. Erwin Westers doet mee met een Amerikaans onderzoeksbureau om via metingen met een spectrometer de gehaltes aan gezonde stoffen vast te stellen. Ook dit is pionieren. De kleine spectrometer moet vervangen worden door een programmaatje op het mobieltje dat in contact met een databank met referenties iedereen in staat stelt het gehalte aan bijvoorbeeld vitamine C kan meten.
Ariën, Henk en ik staan een beetje met de mond vol tanden: de Westers pionieren en nemen risico’s. Groener kan het bijna niet. Het zou interessant zijn om te inventariseren wat er aan planten, naast de teelten, en dieren op de 90 hectare voorkomen.