De Eemstuin, Uithuizermeeden

Gepubliceerd

in

door


Als we afscheid nemen van Jouke Anema en ik het bord bekijk van de Eemstuin dat de toegang tot het bedrijf aan de Paaptilsterweg in Uithuizermeeden markeert, dan valt op dat de achtergrond antroposofisch gekleurd is in vloeiend zacht rood en groen  en de omtrek van het bord geen rechte hoeken kent, maar dat de illustratie, het profiel van kassen, een boom en kruiwagen, in een strakke lijn er op is gezet, en de summiere tekst in een modern, schreefloos lettertype  en in de verste verte niet lijkt op de traditionele antroposofische letterschrift. Twee totaal verschillende stijlen zijn gemengd.

Misschien kun je dat ook zeggen van de benadering van de nieuwe eigenaren van de Eemstuin, die niet ver van de Eems-Dollard en het wad afligt in noord Groningen. Jouke Anema en Liz Wijma, dertigers, hebben begin vorig jaar het bedrijf over genomen van Isabel Duinisveld en Idse Billenkamp. Hoewel de Eemstuin (1994) al ruim twintig jaar bestaat en rendeert, wilde geen bank de overname ondersteunen. Dit gebrek aan begrip van wat biologisch (dynamische) boeren doen is een terugkerend hindernis in de verhalen van boeren. Maar Liz en Jouke haalden via een korte crowd fund-actie voldoende geld op om de overname te kunnen bezegelen.

Maar beide hebben een stevige opleiding in de kunst: afgestudeerd op Minerva en Jouke ook nog bij het Sandberginstituut. Dan lijkt het niet voor de hand liggend om teler te worden van tientallen soorten groentes, fruit en aardappels, en koopman op de vrijdagmarkt in Groningen. Sinds kort is daar ook nog de verkoop bij gekomen vanaf de eigen boerderij. En dan hebben we het nog niet over de plannen om in een hoek van de kas een keuken en stamtafel te creëren waar maaltijden kunnen worden bereid.

Jouke: Eigenlijk zou ieder dorp een Eemstuin moeten hebben.  Hij lijkt daarmee zijn filosofie in een notendop onder te brengen. Dicht bij mensen staan, en de mensen dicht bij de natuur en het telen van onbespoten groenten.

Maar intrigerend blijft het: boeren is geen artistieke uitdrukking van je individuele gedachten en intuitie. Ook al kan de eindeloze variatie in en schoonheid van de planten en dieren je diep verbazen en verwonderen. Het is vooral hard werken en het vraagt heel veel kennis van de groei van planten, de kwaliteit van de bodem en van, ik noem maar wat, machines.

Ik ben deze keer op stap met Ariën Baken. Ariën kent de Eemstuin van Isabel en is nieuwsgierig naar de nieuwe eigenaren.  We willen kennismaken en zijn benieuwd of we als Nieuwe Weg Natuurfonds wat kunnen doen nadat Jouke in de winkel vertelde dat behalve de kwekerij er ruimte is voor een pluktuin met bijenkasten. We komen in de namiddag van een zeer hete dag, en zien Jouke op een klein tractortje in de kas een strook grond klaar maken voor een nieuwe teelt. Liz is een paar dagen op Terschelling, vertelt Jouke. Ze is zwanger en ze hopen in november jonge ouders te worden. Ach, zegt Jouke, isabel heeft vier kinderen grootgebracht. Het kan er wel bij, en wijst ons op een lutjepot die in de schuur klaar staat. Een klein huisje op wielen waar in de baby straks meegenomen kan worden tijdens het werk. 

Jouke stelt voor om langs de rand van de tuin te lopen, iets wat hij graag iedere dag even doet, en dan wat te vertellen over zijn plannen en onze vragen kan beantwoorden. De tuin is ruim een hectare en we doen er anderhalf uur over om het rondje te maken.

Met Ariën, oud leraar van de landbouwschool, krijgen de gesprekjes ook een technische verdieping. Ariën pakt wat grond, wrijft het door zijn vingers, en zegt dat er ongeveer 25% klei in zit. Ja, zegt Jouke, het lutumgehalte is 20 à 22%.  Ideaal voor zo’n tuin, concludeert Ariën.  Waar haal je je zaden vandaan? vraagt hij. En dan gaat het tien minuten over zaadvast zaaigoed, al of niet biologisch en zelf geteeld etc. Ariën ontgaat weinig, bevraagt Jouke op feiten, oppert ideeën en deelt complimentjes uit. Hij moet een stimulerende leraar zijn geweest.

De tuin heeft een intiem karakter door de houtwal aan de rand van vooral wilgen. Een derde van de grond ligt in rust en daar lopen een vijftal geiten op. Een ruime vruchtwisseling is een van de manieren om te kunnen telen zonder landbouwgif. Het betekent ook dat er afspraken met de gangbare boeren naast de Eemstuin gemaakt moeten worden zodat die niet gaan sproeien als de wind ongunstig staat en aan de aangrenzende randen voldoende afstand houden.

Jouke, zelfbewust en rustig, vertelt dat het contact met de buren over het algemeen goed is.

Het eerste jaar is een leerjaar, maar rendeerde. De verkoop op de markt stijgt en er zijn een handvol restaurants die graag hun producten afnemen. Leveren aan de groothandels is bijna niet nodig. Het jaar door worden er zo’n zestig verschillende producten geteeld. Dat betekent de kennis en kunde hebben van zestig verschillende gewassen. Het is het tegenovergestelde van wat gangbare telers doen die zich specialiseren in een paar gewassen.

Als we aan het eind van het rondje weer bij het begin zijn, staan we in een tuin van een kleine 1000 vierkante meter met fruitbomen, twee bijenkasten staan en waar een vijver is uitgegraven. Dit zou de pluktuin moeten worden. Een pluktuin is een tuin waarin bloemen, kruiden, fruitbomen groeien die door bezoekers geplukt kunnen worden.  De definitie is zo breed dat er zeer verschillende pluktuinen zijn. De sociale kant, mensen dicht bij de rijkdom van de natuur brengen, is een hoofddoel, maar ook landbouwkundig zijn de tuinen interessant want ze vormen een oase voor tientallen, zo niet honderden insecten. Die weer nodig zijn voor bestuiving van bijvoorbeeld het fruit en voor het onder de duim houden van plaaginsecten. 

Jouke en Liz hebben een begin gemaakt met de tuin, maar er ligt nog veel werk. Ariën raadt hem aan om de randen van de tuin met bijvoorbeeld klein fruit aan te leggen zodat het als agro-ecologische ingreep gelabeld kan worden, wat dan onder een subsidieregeling kan vallen. We vragen hem om het ruwe plan van de pluktuin met een schatting van de kosten naar ons toe te sturen.

Ik vraag Jouke: Geef me een goede reden waarom je niet als kunstenaar aan het werk wilde? Ik had verwacht dat hij zou zeggen dat het te moeilijk is om daar je brood mee te verdienen, maar hij geeft twee andere redenen. Er zijn teveel kunstenaars met haantjesgedrag en er zijn te veel die drugs gebruiken. Kortom, het sociale klimaat beviel hem niet. Als teler kunnen hij en Liz hard werken aan de vormgeving van de ideale tuin en daarbij anderen betrekken en inspireren. Met hun producten heeft de Eemstuin, met dank aan de voorgangers, al jaren bewezen tot de top van de biologische telers te horen.  

Als ik het bord bekijk aan het begin van de oprijlaan, denk ik: de antroposofie kan wel wat vernieuwing gebruiken. En gaat vorm vaak vooraf aan inhoud?

Jacob de Vries