De Weide Blik opnieuw bezocht

Gepubliceerd

in

door


Het is een winderige, warme zaterdagmiddag in oktober als we opnieuw de biologische boerderij van Pieter Wouda bezoeken. Nu als eerste excursie georganiseerd door het Nieuwe Weg Natuurfonds. De boerderij is al honderd jaar in bezit van de Wouda’s. Pieter is hier, net ten zuiden van Aduard, opgegroeid. Sinds 1990 is hij boer en direct omgeschakeld naar biologisch. Zijn land is groot genoeg voor voldoende gras en voor de mest van zijn koeien. Hij heeft een zwak voor blaarkoppen, een oud en zeldzaam, en van oorsprong Gronings, ras. Geschikt voor vlees en melk.

Ariën Baken is ook mee en heeft een hoogtekaart van de omgeving meegenomen. We zijn met zeven man op bezoek. Laat in het seizoen, maar het gras is weelderig, de koeien staan buiten. Koeien die buiten lopen poepen en pissen niet op dezelfde plek in de wei. En dat zorgt voor veel minder uitstoot van ammoniak, de grote nitraatboosdoener. Pieter Wouda is gedecideerd: als alle veehouders naar biologisch overgaan is het nitraatprobleem opgelost.

Ariën wijst er op dat in de potstal waar de kalveren staan het berekenen van de nitraatuitstoot ingewikkeld is door de verschillende mate waarin stro wordt uitgestrooid op de mest.  Maar dit type stal is wel een duidelijke bron van uitstoot van stikstof.

Hij wijst, lopend over het land, op de hoogteverschillen die er in de weilanden zichtbaar zijn. Ruim een à twee meter. Op het laagste gedeelte stroomde ooit het Peizerdiep. In dit lage gedeelte heeft Pieter Wouda zijn vogelbeschermingsgebieden. Hier stonden we vorig jaar in mei naast een kievitsnest met vier eieren. In de aansluitende weilanden van twee andere eigenaren worden vogels ook in de watten gelegd door het nat houden van het land, laat maaien en nesten actief beschermen zodat er mooi areaal kruidenrijk weiland ontstaat. Kom maar terug in het voorjaar, zegt Pieter. Er zitten allerlei vogels, grutto’s, kieviten, tureluurs, maar minder dan vroeger.

In de stal en keuken ontstaat een discussie over wanneer kalveren van de moeder gescheiden moeten worden. Ook bij biologische boeren is de gangbare methode om dat direct na de geboorte te doen. Gert Datema, veeboer in Niekerk, vertelde dat het vooral de moederkoe is die daar erg onder lijdt.  Hij experimenteert met het langer houden van het kuiskalf bij de moeder. Pieter Wouda is er ook mee bezig. Het is een dilemma tussen hart en hoofd: het kalf en de moeder zijn beter af, maar veel kalveren worden hoe dan ook na een paar weken verkocht. Ook hoeft de boer minder tijd te besteden aan de kalveren, maar hij is wel gauw zo’n duizend liter melk kwijt en krijgt een wat wilder kalf terug en moet bijvoorbeeld een manier verzinnen om het kalf bij het melken van de moederkoe toch even gescheiden te houden. Het vraagt praktische intelligentie en vaardigheden. Maar dat is de benzine waarop een boer loopt.

Er komen andere onderwerpen aan bod. De verscheidenheid aan planten in de weilanden (hoog bij Wouda), de zichtbare muizenplaag, de predatiedruk van vos, marters, roofvogels op de vogels, het nest van de kerkuil in de schuur, de prijs van melk etc. Pieter is bedachtzaam, zoekt soms naar woorden, maar laat geen vraag onbeantwoord. Inmiddels heeft hij het hek van de weide opengezet en langzaam gaan de eerste koeien naar de stal. Ze vinden het ingekuilde gras in de schuur lekkerder dan het groen in de weilanden. Tegen vijven gaan de Stadjers ook weer naar huis. Inclusief een flinke teug boerenleven, een bezoek om te herkauwen.

Jacob de Vries